Een mooie ambitie; een sportleraar op alle basisscholen in Nederland. De VVD heeft als streven dat over 6 jaar 80 procent van de leerlingen les krijgt van een bevoegd sportleraar. Niet alleen zitten er tal vakdocenten lichamelijke opvoeding (LO) zonder baan en zie ik mezelf wellicht ooit werken op een basisschool, ik zie het belang in van de vakdocent sport en bewegen. Momenteel verzorgen groepsleerkrachten (docenten van de PABO) het grootste deel van de gymlessen in Nederland. Dit terwijl er vakdocenten zijn, die de sport en beweeglessen op een professionele manier kunnen invullen. Hopelijk ziet u na het lezen van deze blog ook het belang in van de vakdocent lichamelijke opvoeding, en begrijpt u de ernst van deze zaak.
Het kostenplaatje?
De reden waarom de vakdocent lichamelijke opvoeding niet al eerder deze taak op zich heeft mogen nemen, ligt naar mijn idee niet aan het kostenplaatje. Ik geloof dat het probleem ligt in het feit dat scholen, directeuren en ouders niet stil staan bij het feit dat een gymles meer is dan een gymles. De gymlessen op de basisschool leggen de basis voor een gezonde leefstijl en goed bewegen, kinderen leren grenzen verleggen en samenwerken. Ze leren dingen die ze in een andere omgeving niet kunnen leren, de gymzaal is geen leslokaal en de groepsleerkracht is geen sportleraar. Als wij allemaal begrijpen dat onze kinderen deze lessen nodig hebben, dan zorgen we er samen wel voor dat er ergens geld vandaan komt.
Groepsleerkracht vs vakdocent
Met alle respect voor de groepsleerkrachten, deze hebben niet vier jaar gestudeerd om sportlessen te verzorgen. Het is wettelijk vastgelegd dat groepsleerkrachten een papiertje moeten halen om gymlessen te geven, ze leren daar hoe een fluitje werkt en wat een bok en een basket is, maar een gymles geven leren ze niet. Ik vraag me af wanneer er een papiertje komt voor docenten lichamelijke opvoeding, waarmee wij wiskunde, biologie of lessen Nederlandse taal mogen geven. Ik weet nog dat ik voor een aantal jaar terug voor het eerst op mijn stageplek kwam. Ik en mijn klasgenoot stelde ons voor aan de groepsleerkrachten en zij zeiden direct; “geven jullie maar de les hoor, dan leer je direct de kids kennen”. Ik was brutaal genoeg om hier van af te zien en zei; “de eerste les kijken wij even mee en stellen we ons voor, volgende week bereiden we wat leuks voor”. Met veel moeite besloot de groepsleerkracht een les te geven. “Vandaag gaan we bokspringen” zei de docent, waarop een aantal kinderen spontaan begon te klagen, ze hadden de tranen in de ogen staan. Ik en mijn klasgenoot dachten “nouja, ze hebben het vast eerder gedaan en vonden het niet zo leuk”. De groepsleerkracht zette midden in de zaal een bok neer met een matje erachter en ging naast de bok staan. “Als warming-up doen we eerst een spelletje” zei de docent. De leerlingen (alle 30 stuks) mochten aan de buitenzijde van de zaal als een bok gaan staan en de leerling vooraan die mag over de bokjes heen springen. Na een stuk of 15 keer springen begon de leerling vooraan te huilen dat hij niet meer kon springen, de docent zei “ach, kom op nog een paar” en de leerling maakte met moeite het rondje af. Dan was het nog niet klaar hoor! Nee daarna moest hij gaan staan, als een bok, achteraan de rij zodat de eerste leerling kon beginnen met bokspringen. 5 minuten later begonnen er nog eens 3 leerlingen te huilen omdat ze pijn aan hun rug hadden, ik had ineens door waarom ze het bokspringen niet zo leuk vonden! (ga zelf maar eens 5 minuten als een bok staan terwijl 20 andere leerlingen over je heen springen). Ik stond er versteld van en ik wist niet wat ik moest zeggen, sterker nog ik zei expres niks aangezien deze docent de “expert” was (met de aantekening om gymlessen te geven) en omdat hij mij mocht gaan beoordelen over een paar maandjes. En de pret was nog niet over hoor… Met 30 leerlingen op een rij, springen over een bok die veel te hoog is en zonder te begrijpen hoe je een reutherplank gebruikt. Eén van de leerlingen kwam er overheen!! JAWEL hoor, stukje succesbeleving hierzo! Een meisje die al sinds dat ze kon lopen aan turnen doet. Ik snapte ook direct waarom de groepsleerkrachten mij aanboden om direct de eerste les in te vullen. Ze hebben zelf helemaal geen zin om les te geven, en ook al zouden ze er wel zin in hebben, ze hebben er de ballen verstand van.
Dit filmpje kunnen we nog hard om lachen, uiteraard iets overdreven maar ze maken naar mijn idee wel een punt.
Nu spreek ik wellicht voor mezelf maar ik wil niet dat mijn kinderen straks sportlessen krijgen van een 55 jarige dame die nog nooit een volleybal of trampoline heeft aangeraakt, of een docent die denkt dat hij weet wat hij doet en mijn kinderen een rughernia bezorgd met een lesje bokspringen. Er zijn genoeg docenten die sportief zijn aangelegd en een leuk uurtje met de kids kunnen spelen maar de gymzaal is geen plek voor de groepsleerkracht, “met alle respect voor hun kwaliteiten, deze kwaliteiten liggen voornamelijk in het leslokaal”. Laat de beweegprofessionals hun werk doen, laat ze de kinderen motiveren om hun leven lang te bewegen en laat ze de kinderen uitdagen. Ik hoop dat Nederland in ziet dat onze kinderen dit nodig hebben, dit met oog op de toekomst waar het steeds meer normaal word om stil te zitten achter je beeldscherm. Mijn kinderen moeten leren bewegen, en leren bewegen doe je het best van een “echte” sportleraar.
Gr, Nayel